Jacht op zalm

Omdat de weersvoorspelling gunstig is, besluiten we na het posten van de laatste blog, het Denali park een tweede maal te bezoeken. We kamperen op de plek waar we eerder ‘weggewaaid’ zijn. Misschien tarten we het lot? (Het waaide wel en warm was het ook niet, maar we moesten niet evacueren.)

undefined

We maken dezelfde busrit door het park met chauffeur Rex onder een half bewolkte hemel. Er is weinig wildlife te ontdekken omdat de dieren door de warmte (van wel 20°C) ergens liggen uit te hijgen. We zien wel verschillende kariboes die voor verkoeling de lager gelegen riviertjes opzoeken. Of hebben ze last hebben van de muggen? De Berg Denali (himself) is majestueus. Prachtig, een plaatje. Ons tweede bezoek is zeker de moeite waard. Rex maakt de rit nog leuker met zijn droge humor (“Ik beantwoord al jullie vragen, maar pas als we geen GSM bereik meer hebben, zodat jullie mijn antwoorden niet kunnen googelen”). De problemen met de permafrost komen ook weer ter sprake.

undefined

undefined

undefined

undefined

Hier in het hoge noorden ontdooit de bovenlaag van de aarde nooit. De bevroren grond is stevig genoeg om er woningen, wegen etc op te bouwen. Huizen (en de Alaska pijplijn) moeten wel op een verhoging staan, want de verwarming zou de permafrost laten ontdooien. Bruggen en grote gebouwen worden op heipalen fundamenten worden gezet. De asfaltwegen, die direct op het ijs liggen, krijgen problemen: door de opwarming van de aarde ontdooit de toplaag en daardoor verzakken de wegen. Ook de grond op de flanken van bergen ontdooit en zakt, waardoor wegen en rivieren geblokkeerd raken. Het is de reden dat de weg door Denali geblokkeerd is. - Adriaan.

De volgende dag besluiten we geen wandeling in het park te maken maar te beginnen aan de Denali Highway. Dit is een 217 kilometer lange, eenzame grindweg richting Canada. Er is weinig bebossing waardoor we een weidse blik krijgen op een grote bergketen. De eenzaamheid is momenteel ver te zoeken. Wanneer we (op dag twee) na even zoeken een niet-zo-private slaapplaats vinden, wordt de drukte ons duidelijk: Het jachtseizoen op mannelijke kariboes is dit weekend geopend. Er mogen maar een beperkt aantal gedood worden, en dit seizoen is het aantal opmerkelijk laag. Onze buren, 2 jagers op leeftijd, hadden geen geluk en zullen het morgen opnieuw proberen. Waarschijnlijk door hun slechte jachtpartij zijn ze wat grumpy en hebben niet echt zin in contact.

undefined

undefined

We zijn via de Alaska Highway gekomen en we houden niet van dezelfde weg terugrijden: Ik kies secundaire wegen. Gedurende verschillende dagen zien we amper tegenliggers. Het wordt hier stilaan herfst (in augustus!). De bladeren aan de bomen beginnen al te verkleuren. Eén van de leuke dingen die we doen tijdens de urenlange autoritten, naast genieten van het uitzicht, is het luisteren naar podcasts en muziek. En we babbelen heel wat af. Het voelt vertrouwd om met z’n tweetjes onderweg te zijn.

undefined

In Watson Lake nemen we de toeristische route zuidwaarts: De Stewart-Cassier Highway. Het wordt een stuk drukker met vooral grote trailers. (Trailers zijn caravan-opleggers die steunen op een draaipunt in de bak van een flinke pick-up truck.) Wij kamperen graag vrij, maar deze huizen op wielen hebben electriciteit, stromend water en een afvoer (voor rioolwater) nodig. Wij staan middenin de prachtige natuur, terwijl de trailers in kampen bijeen staan, zó dicht naast elkaar dat ze nog juist een luifel kunnen uitklappen. De ronkende namen op de trailers werken op onze lachspieren: “Avonturier”, “Aardbeving” of “Kruisvaarder”.

Onze eerste kampeerplaats op de Stewart-Cassier Highway is gegeerd bij reizigers maar wie eerst komt, kan zich gelukkig prijzen (wij dus). De jonge Zwitserse reizigers Judith en Arthur vinden ook nog een plek voor hun grote truck. We brengen de avond samen door.

undefined

undefined

We maken een stop in Jade City waar veel van het mineraal jade in de grond zit. Er een TV serie gemaakt (“Jade Fever”, 7 seizoenen lang) over de familie die de mijn en de bijhorende winkel uitbaat. Claudia Bunce (de hoofdrol speelster) is er trots op dat de serie in meer dan 100 landen te zien is. We kopen er een cadeautje voor vriendin Anja, die Claudia blijkt te kennen van TV. Later horen we dat er problemen zijn omdat het ministerie van mijnbouw heeft beslist de vergunning voor het delven van jade op grondgebied van de inheemse bevolking (Tahltan First Nation) niet verder te verlenen. (Het woord Indianen werd in de jaren 80 vervangen door First Nation).

undefined

Dezelfde Tahltan groep vinden we terug wanneer we tijdens het weekend een volgende grindweg langs een imposante vallei naar Telegraph Creek rijden. Het is een klein dorp met een gemeenschap van 250 inwoners, een postkantoortje, kruidenier en zelfs een klein, leuk museum. De beheerder heeft een hele boel snuisterijen verzameld die de geschiedenis van deze plek weergeven.
(Zoals de naam het doet vermoeden, was Telegraph Creek een belangrijke plaats voor transport en communicatie tijdens de goudkoorts.)

undefined

Een volgende slaapplaats is aan een rivier. Niet echt een ideale plek vermits het vlakbij een lawaaierige ijzeren brug is, maar het is maar voor één nacht. Zoals elke dag zet ik mijn schoenen voor het slapengaan onder de auto. ‘s Morgens zijn mijn schoenen verdwenen. Geen beren met schoenen te zien, er hangt geen schoeisel in bomen, er zijn geen botinnes in de vuilbakken. De jongelingen die nu aan de overkant staan, kwamen hier aanrijden toen wij al in bed lagen. We vermoeden dat ze onze plek wilden en als wraakactie mijn lievelingsschoenen in de rivier hebben gegooid. De grijns op hun gezichten toen we kwamen vragen of ze onze schoenen hadden gezien, was veelzeggend. Toegegeven, ze waren niet gloednieuw, maar wel sinds de eerste dag van onze wereldreis mijn favoriete schoeisel en ik was er nog niet aan toe afscheid te nemen van mijn botinnes. Het was even balen. Met mijn Birkenstock slippers gaan we niet ver geraken op onze wandelingen: tijd voor nieuwe schoenen. In de stad Smithers zijn er een aantal outdoor winkels, maar dat gaat een paar dagen duren.

We nemen de Glacier Highway naar Hyder, een dorp in Alaska (USA). Het is de zoveelste weg die in de jaren zestig werd gebouwd voor mijnbouw. Voor het bekijken van de Zalm Gletsjer rijden we de laatste 15 kilometer op een minder toegankelijke weg (lees: niet aan te raden voor grote mobilhomes of trailers). We krijgen op de top een goed zicht op de vijfde grootste gletsjer van Canada. De zonnestand maakt het onmogelijk om mooie foto’s te maken dus besluiten we te overnachten en in de ochtend foto’s te nemen. We gaan niet veel verder, want verderop is het landschap door de mijnbouw volledig overhoop gehaald.

undefined

We strijken neer voor een oude mijnschacht en brengen er de nacht door. We maken pasta en spotten met onze verrekijker de helikopter die trajecten vliegt van en naar de verschillende hooggelegen mijnschachten op de berg tegenover ons. Tot na zonsondergang is er bedrijvigheid, die hervat bij zonsopkomst, want het werk gaat (in de korte zomer) 24 uur per dag door. ‘s Morgens ligt de gletsjer volledig in de wolken, wat een foto in de opkomende zon onmogelijk maakt.

undefined

undefined

We rijden naar de Fish Creek waar Grizzly beren rond deze tijd van het jaar zalmen uit de rivier grijpen. Na ongeveer een half uurtje komt er inderdaad een beer. De nog jonge beer vangt met enige moeite een niet-uitgeputte zalm. (De zalmen zijn hier om zich voort te planten, waarna ze sterven van uitputting.) Beren eten eerst de meest calorierijke delen (de hersenen – veel proteïnen), daarna de eitjes (als de zalm vrouwelijk was) en dan pas de rest, als de vis ‘vers’ genoeg is. Zo veel eten is belangrijk om de onderhuidse vetlaag op te bouwen. Grizzly’s moeten al dat extra vet opslaan voor ze aan hun winterslaap beginnen. Het beest zorgt voor een onvergetelijk spektakel, dat we van nabij kunnen volgen.

undefined

undefined

undefined

undefined

undefined

In Meziadin stoppen we bij een viskamp waar een aantal inheemse (First Nation) jongeren zalmen vangen met schepnetten. Ze zijn niet in ons geïnteresseerd. Hier gaan we geen verse zalm kunnen bemachtigen. We kijken nog even hoe de zalmen tegen een watermuur opspringen en verlaten het viskamp om zelf iets verder ons kamp op te slaan. We merken dat er een muisje met ons meereist, in de ventilatie kanalen onder de vloer van The Beast. We laten gastvrij een paar pinda’s achter voor onze lifter.

undefined

Na een korte stop aan Helen Lake waar we enkele dagen uithangen met andere overlanders rijden terug een stukje noordwaarts naar Babine Lake, het grootste natuurlijke meer van Canada. Ik heb tijdens de laatste weken het boek “De koning van de Yukon” gelezen en ben gefascineerd door de zalmtrek. Helaas zijn we hier te ver landinwaarts – de zalmen zijn nog niet aangekomen op hun paaigronden, al zwemmen de eersten al in het meer.

We maken contact met enkele First Nation mensen en vragen naar zalm. Ze stellen voor om voor ons zalm te halen maar we mogen niet mee naar hun reservaat. Na een kwartier tonen ze ons een bak vol. Diepgevroren zalmen, gekookte, houdbare zalm in glazen potten en gedroogde, gerookte zalm (die ze zelf Indian Candy noemen). Maar we willen heel graag nog eens zo’n superverse zalm. Ze vinden het contact met ons duidelijk leuk. Voor ons vertrek blijven ze aandringen dat Adriaan een joint van hun zou aannemen.

undefined

undefined

In de namiddag leren we bij hetzelfde meer Leo kennen. Hij stelt voor dat we met hem en zijn kleinzoon Liam gaan vissen met hun boot. De zalmen zitten ongeveer 15 meter diep – de lijnen zitten aan ‘zinkers’ en hebben alleen een ‘flasher’, die de vis laat denken dat er concurrentie is. Adriaan vangt, met veel hulp, 2 Sockeye zalmen: een mannetje en een vrouwtje. Leo vertelt ons dat de inheemse bevolking recht heeft op een vele voordelen zoals: gratis woonst in een reservaat, geen belastingen, voedselbonnen… Leo is grappig, de namiddag is aangenaam en na een kort bezoek aan zijn vrouw gaan we op weg. We krijgen de zalmen mee, compleet met de eitjes van het vrouwtje (deze ‘kaviaar’ gooit men hier gewoonlijk weg).

undefined

undefined

undefined

Daarmee beginnen we aan onze zalm estafette. Vier dagen op rij zullen we alles uit de kast halen om de wilde zalm met een minimum aan ingrediënten en mogelijkheden klaar te maken. De eerste avond eten we lekker ruikende, gebakken zalm. Na de maaltijd kijk ik buiten en zie boven mij een jonge zwarte beer gevolgd door zijn moeder. Ze staan ons van boven te begluren. Het zorgt niet echt voor een rustige nacht… In de ochtend stapt onze muis uit, een beetje traag, misschien door gebrek aan water. Adriaan geeft ‘m nog een paar pinda’s en hoopt dat hij zich snel thuis voelt, zo’n 1.500 kilometer zuidelijker dan zijn vorige woonplaats.

undefined

undefined

undefined

We hebben genoeg zijwegen verkend en rijden ineens door naar Jasper en Banff. Jasper is het grootste nationaal park in de Rocky Mountains. We maken er een wandeling, slapen uitzonderlijk op een camping (wildkamperen is hier niet toegestaan) en rijden de erg mooie weg door het park met een laatste stop op de Columbia Icefields.

undefined

Een deel van het ijsveld, de Athabasca-gletsjer, is zichtbaar vanaf de weg. Sinds 1844 neemt de gletsjer in omvang af, maar de laatste decennia sneller. Er staan bordjes die aangeven tot waar de gletsjer in 2006 nog kwam. De gletsjer smelt elk jaar met 5 meter. Er zijn erg veel mensen en toeristen rijden een deel van de gletsjer op in speciale (stinkende) sneeuwbussen. Niet echt ons ding, onze stop is kort. We slapen buiten het park en wanneer we de volgende dag Banff willen bezoeken horen we een links achter een schrapend geluid. Het probleem is een slepende achterrem. We gaan terug naar dezelfde slaapplek waar Adriaan de remtang volledig uit elkaar haalt, gangbaar maakt, smeert, de remblokken vervangt en terug in elkaar zet.

undefined

undefined

Om in Calgary te geraken kies ik (heel origineel) een onverharde weg die door de beboste uitlopers van de Rocky Mountains leidt. Ik had me een rustige weg voorgesteld… Het bleek een erg stoffige, drukke weg: enorme trailers en aanhangers met ATVs (All Terrain Vehicles) komen ons tegemoet. Het is Labor Day weekeinde – het laatste van de schoolvakantie, voordat het normale leven terug in zijn plooi valt. En het is nog zonnig ook. Al vroeg in de middag is elke plek op korte afstand van de weg ingenomen. Wij vinden desondanks een voortreffelijke, rustige plaats waar alleen ATVs (en The Beast!) kunnen komen.

Op zaterdag komen we in Calgary aan bij onze vrienden Niek en Anja. Niek heeft vervangstukken voor the Beast besteld die in Calgary zullen worden ingebouwd. We hebben een heerlijke week van wandelen, gezelligheid, kapper, boodschappen, tent en kleding wassen even alles op een rij zetten voor we aan onze volgende etappe beginnen.

undefined

Het wordt kouder, we willen nog zoveel, we moeten door voor de winter ons inhaalt...

Bekijk meer foto's en de afgelegde route.

Vorige Bericht Volgende Bericht