Warm

Door de aanwijzingen van de bioloog Luis (zie vorige aflevering) kwamen we in het staats natuurpark “Rio Petro” terecht dat noch in de reisgids, noch op de kaart vermeld staat. Op de bijhorende camping kregen we een plek toegewezen op de parking. De meeste Braziliaanse campings zijn grasvelden bestemd voor tenten en niet voor een zware Land Cruiser. We bleven uiteindelijk 3 dagen en maakten er 2 wandelingen met (verplichte) gids. Voor mij was het stijgende pad bij temperaturen plus 30 graden grensverleggend maar het eindpunt van beide wandelingen (een waterval met zwempoel) was zeker de moeite waard en op verschillende plaatsen maakten we er gretig gebruik van.

undefined

undefined

De Rio Petro, de zwarte rivier, heeft een donkere kleur door de aanwezigheid van mineralen en organisch materiaal. Toch zie je de vissen tot een meter diep zwemmen. De bodem van de rivier bestaat op sommige plaatsen uit diepe kuilen, door erosie.

undefined

Via zandwegen van rode aarde, doorheen koffie- en suikerrietplantages, reden we naar het nationaal natuurpark “Canastra”. De grote miereneters, die ons in de reisgids werden beloofd, hebben we niet gezien. En omdat de toestand van de weg in het park zó slecht was besloten we de volgende dag alweer door, in de richting van Campo Grande te rijden.

undefined

undefined

undefined

Twee dagen lang reden we oostwaarts in het glooiend heuvelachtig landschap richting Pantanal (dat is het grootste moeras ter wereld, een binnenlandse delta gevormd door zo’n 175 rivieren, met één afvoer: de Paraguay rivier). Terugdenkend aan het begin van onze reis, bijna 300 dagen geleden, worden we astranter wat kamperen betreft. In het binnenland vinden we wél afgelegen overnachtingsplekken en kamperen we met een (bijna) gerust gevoel in een Eucalyptus bos of een suikerrietveld, langs de kant van een kleine weg, of op iemands domein, waarmee we dan kennis maken (en nooit op bezwaren stuiten). Het slaapt lekkerder als het he-le-maal donker is en er alleen natuurlijke geluiden zijn.

undefined

undefined

Hier in het binnenland worden we in onze grote auto met Europees kenteken soms zélf een bezienswaardigheid. Omdat we enkele dagen wilden ‘rusten’, onze kleren wassen en de auto poetsen, vonden we ter afwisseling een kleine camping ten noorden van Campo Grande. De eigenaar van de camping, Kaka (een afkorting voor Karakas), maakte van ons een attractie. Met tussenpozen kwamen genodigden naar ons kijken en … foto’s nemen. Kaka is een grote Facebook fan en zo kwamen we daar (ongevraagd) vele malen terecht. De ontvangst op deze camping die deel uitmaakt van hun tuin (en het sanitair van hun huis) was erg gastvrij. Elô (zijn echtgenote) en Kaka deden alles om ons verblijf zo aangenaam mogelijk te maken.

undefined

Daarna verbleven we enkele dagen in Bonito (ten zuiden van de Pantanal) waar we snorkelden in de kristalheldere “Rio Prata”. We zagen er hele scholen vissen, die rondzwemmen in het opborrelend water van de bronnen van deze rivier.

undefined

Toen gingen we écht de Pantanal in… We startten met 2 dagen rijden over een af en toe half verharde weg met grote kuilen en gaten van 200 kilometer lang. We genoten van de (relatief)ongerepte natuur en veel verschillende vogelsoorten, zonnende kaaimannen, slangen, capivari (een héél groot knaagdier) en de grote miereneten waar ik al zo lang naar op zoek was. Indrukwekkend. Vooral de één meter hoge “Tuiuiu”, een ooievaarsoort uniek voor de Pantanal, trok onze aandacht. Aan het einde van de tweede dag besloten we in een opwelling nóg dieper het gebied in te rijden. We kwamen nagenoeg geen mensen meer tegen op onze eenzame tocht. Momenteel staan we aan het begin van het droge seizoen en sommige wegen zijn nog zó modderig en overspoeld dat we soms hoopten de volgende 50 meter verder te geraken. Ik hield mijn adem en en kreeg zweethanden bij de gedachte dat we vast zouden geraken en ik zou moeten uitstappen onder het wakend oog van een kaaiman…

undefined

undefined

undefined

undefined

Na drie dagen en twee nachten stonden we weer op asfalt aan de oostzijde, en toen hadden we nóg niet genoeg van de Pantanal. We besloten vanaf het noorden de Pantanal in te rijden. We maakten in deze flinke omweg (van ongeveer 1000 kilometer) een stop in Chapada dos Guillames. Dit park is (zeer!) bekend voor zijn érg mooie rotsformaties. Het is tevens het geografische middelpunt van Zuid Amerika, hetgeen voor sommigen een spirituele ervaring is (Veel New-Age centra.)

undefined

Terug in het moeras kwamen we bij de “Jaguar Ecological Reserve” terecht. We hebben een superdag op de rivier São Lorenço meegemaakt: kijken naar veel wilde dieren, maar vooral het observeren van 2 etende Jaguars zal ons altijd bijblijven. Onze jonge gids, Eduarda, deed in haar kleine motorboot haar uiterste best en we waren absoluut niet jaloers op de vele toeristen in grotere boten. Het was Eduarda die de Jaguars vond, en toen wij na 45 minuten weggingen kwamen ‘alle’ andere grote boten. We denken, dat die Jaguars hun kaaiman lekker elders zijn gaan eten...

undefined

undefined

Na de Pantanal verbleven we een nacht in een insectenvrij hotel in de stad Cuiaba. Het moeras is erg imposant maar ondertussen is mijn lichaam volledig doorprikt en roept om een kleine jeuk rustpauze. Vervolgens reden we 2 dagen westwaarts naar de hoofdstad: Brasilia.

Brasilia is pas sinds 1960 de hoofdstad van Brazilië. De toenmalige president Kubitchek heeft deze stad in 5 jaar laten bouwen door landschapsarchitect Lucio Costa en architect Oscar Niemeyer die gezorgd hebben voor een unieke, bijna futuristische stad met indrukwekkende, strakke gebouwen.
De eerste aanblik van de stad geeft een ‘whaaw’ effect. Tijdens een wandeling zagen we van dichtbij dat de architect niet overal duurzame materialen gebruikte zodat een deel van de gebouwen verloederen.

undefined

undefined

undefined

Ik had een zekere, maar onverklaarbare aversie tegen dit land. Waarschijnlijk omdat de woorden ‘corruptie’, ‘criminaliteit’ en ‘gevaar’ zo dikwijls aan ons voorbij kwamen de laatste maanden. Na duizenden kilometers op Braziliaanse bodem ondervinden we alleen warme hartelijkheid en gastvrijheid.

Toen we de grens Uruguay-Brazilië overstaken vertelde men ons dat we na 3 maanden in dit land een verlenging ter plaatse kon aanvragen bij de federale politie… Dat bleek toch wat anders te zijn: Adriaan is te verstaan gegeven dat hij vanaf 29 juni in overtreding is. Bij een tweede poging (toen we met twee zijn gegaan) bleek dat de Braziliaanse computers Adriaan’s oude paspoortnummer kenden. Van mij kenden ze alleen het nummer van het twee maanden geleden uit België meegenomen nieuwe paspoort. Voor de inspectrice van de federale politie leek het dat ik nog nooit eerder in Brazilië was geweest. En dus heeft ze Adriaan toegestaan net zo lang te blijven als ik, met het advies op de laatste dag (29 juli) opnieuw een verlenging voor ons beiden aan te vragen. We denken, dat zij onze (in haar ogen) twee maanden prille reis (en liefde?) niet wilde verstoren. Er zijn veel warme, meelevende mensen hier.

Bekijk meer foto's en de afgelegde route.

Vorige Bericht Volgende Bericht