Winterblues

Nu we na een maand koude nachten weer kunnen genieten van de zon neem ik het bloggen terug op en besluit mijn (voorlaatste?) verhaal te schrijven. Dit is een verslag over nationale parken en koude nachten.

undefined

In het zuiden van Canada bezochten we het mooie Waterton Lake Nationaal Park dat naadloos overgaat in het even mooie Glacier Nationaal Park in de Verenigde Staten. Naadloos wat natuur betreft, want onze overgang verliep minder vlot. De ‘Canadese’ avocado’s, drie eieren, uien en andere producten moesten we bij de grens achterlaten. (Uitzonderlijk hebben we de kerstomaten, citrusvruchten en een volle doos eieren mee de grens overgesmokkeld.)

Omdat ik in Hyder (heel klein stukje Alaska en dus de VS) één dag de Grizzly beren wou bekijken zijn we officieel geen volledige aaneengesloten maand in Canada geweest en wordt onze verblijfsvergunning niet vernieuwd. Vrij onverwacht hebben we daarmee een einddatum gekregen: we moeten de Verenigde Staten op 6 december verlaten hebben. Ineens zijn er heel veel vragen: hoe, wat, wanneer met ons en met The Beast, is dit het einde van onze reis?

Al wandelend genieten we van beide parken. Het toeristisch seizoen is voorbij waardoor we ons koffietje in het statige ‘Prince of Wales’ hotel kunnen vergeten. Labor Day (5 september) bleek hier op veel plaatsen de afsluiting van het zomerseizoen te zijn. In het Glacier National park mogen we zelf de “Going to the Sun” route dwars door het park rijden (gedurende het hoogseizoen is het alleen toegankelijk met bussen – geen eigen auto’s). De benaming verklapt genoeg. In de zomermaanden moet je hiervoor een reservatie hebben.

undefined

We worden staande gehouden door twee Belgische koppels. Ze zijn een beetje ontgoocheld omdat ze na lang reizen nog steeds geen beer zagen. Wij vertellen over onze ‘bear-encounters’ en verzekeren ze dat het zal lukken. Een uur later, nadat we allemaal een jonge zwarte beer hebben gezien, komen we ze terug tegen. “Jullie brengen geluk” zeggen ze.

undefined

undefined

Op zoek naar een slaapplaats komen we in de omgeving van een Ghost Town terecht. Er zijn er verschillende in de buurt. 150 jaar geleden was dit een bloeiend dorp bevolkt door goudzoekers. Er zijn nog structuren van een bar, een hotel en zelfs een gevangenis terug te vinden.

undefined

undefined

Naar het zuiden rijdend komen we op een plaats waar een jonge boer zijn producten uitstalt. Ik vraag Adriaan om even te stoppen. Daardoor kan ik ook aan de ‘challenge’ van mijn metekind Elise voldoen. Ze daagde me uit om samen met iemand die een MAGA pet draagt (Make Amerika Great Again) op de foto te gaan. Deze Trump aanhanger was maar wat blij toen ik hem (om de verkeerde redenen) loofde met de keuze van zijn pet…

undefined

Doorheen de staat Wyoming komen we in Yellowstone terecht, het oudste nationaal park van de VS. Het park is groot; veel faciliteiten in het park zijn al gesloten omdat het seizoen binnenkort ten einde loopt. De overblijvende campings in het park zijn al maanden op voorhand volgeboekt dus vinden we drie nachten op rij een plek in een woud buiten Yellowstone. Het park is meer dan de moeite waard met zijn 300 geisers, kokende modder, borrelende warm water bronnen en een prachtige vallei.

undefined

undefined

Old Faithful is een geiser die elke anderhalf uur kokend water 20 meter de lucht in blaast. Het was de moeite om naar een enthousiaste park ranger te luisteren terwijl we rustig wachtten op de volgende uitbarsting.

undefined

undefined
De kleuren in en rond de warm water bronnen en rivieren zijn moeilijk te beschrijven, zelfs mijn foto’s geven ze niet weer. We zien bizons. En borden waarop staat dat bizons zachtaardig lijken, maar gevaarlijk zijn. We zien desondanks Amerikanen die zelfs met hun jong kind van dichtbij foto’s nemen van de enorme beesten. Regelmatig raken mensen gewond (of zelfs erger).

undefined

undefined

Een bezoek aan Yellowstone wordt meestal gecombineerd met een bezoek aan Grand Teton. Minder bekend maar zeker zo mooi door de majestueuze berg Grand Teton. Door het slechte weer (hagelbollen zo groot als borrelnoten) zien we er weinig van.

We zoeken hier ook een slaapplaats buiten het park, maar onderweg zakt The Beast door de linker voorvering. (In Argentinië scheurde de onderste draagarm, nu is het de plek aan de andere kant van de torsiestaaf die gescheurd is. Het metaal is er vrij dun en lassen zal moeilijk worden. In Argentinië heeft iemand tijdelijk een metalen bus over de eind-stop geplaatst, waardoor het wiel weer kon draaien en wij (héél rustig) konden rijden. Om de één of andere reden heb ik die bus bewaard – die nu héél goed van pas komt. - Adriaan)

We kunnen niet verder en vragen een kampplaats te delen met Mark, die hier een caravan heeft staan. Hij heeft deze plek uitgekozen omdat vanaf maandag de jacht op Elken (een hertensoort) is geopend. Hij installeert zijn ‘hunting camp’; onder het weekend zullen er nog enkele mannen komen. Hij spreekt over zijn ‘untin’ camp – de ‘h’ aan het begin en de ‘g’ aan het eind zijn weg. Adriaan spreekt ‘untin’ al dagen als parodie uit en ik betrap mezelf dat ik Mark na doe (gelukkig viel het hem niet op).

undefined

Adriaan helpt hem bij het verplicht omhoog hangen van zijn nog lege frigoboxen (de geur, ook leeg, trekt beren aan). Hij kruipt daarna onder de auto en zorgt dat die provisoir rijdbaar is. Ik maak pasta en ik nodig Mark uit.

Het is erg koud en we eten in zijn caravan. Het is er zo vies dat ik niet durf rondkijken maar Mark wil dat ik zijn toilet gebruik, omdat mijn urine beren zou kunnen aantrekken. De heren hebben dat probleem niet, want die hebben ook geen maandelijks ‘probleem’. Mark gebruikt uitsluitend eufemismen en voelt zich zichtbaar opgelaten over zijn verzoek. Ik doe ‘mijn ding’ dan maar iets verder weg van ons kamp.

Mark is een oorlogsveteraan en op welk onderwerp we de conversatie ook brengen, het komt steeds terug op Vietnam. Adriaan vraagt hem hoe lang het geleden is dat hij terugkwam uit de oorlog en hij antwoordt: “Deze nacht”. Hij heeft nog altijd nachtmerries en waarschuwt ons hem met rust te laten mochten we hem ‘s nachts over de kampplaats zien dolen. We voelen ons ‘veilig’: hij heeft 2 revolvers en een geweer tegen beren en andere indringers. Nee, echt, want deze veteraan heeft iets ontwapenends.

De volgende ochtend werpen we toch nog een blik op de Grand Teton en rijden we naar Jackson waar we vruchteloos zoeken naar iemand die de bevestiging kan lassen. Niemand heeft tijd om zelfs maar te kijken vóór volgende week donderdag. We rijden traag naar Idaho Falls waar een Toyota garage is die deze vrijdag een nieuw onderdeel per expresse bestelt. Na het weekend kunnen ze het monteren. We kamperen in afwachting tussen vele andere weekendgasten langs een rivier. Het is redelijk zonnig, onze zonnepanelen doen hun werk en het ongepland rustig weekend doet ons deugd. We kruipen maandag in een hotel en de mechaniekers van Toyota doen hun werk.

undefined

We kunnen naar ons volgende park: het vrij onbekende Badlands in South-Dakota. We slapen ín het park en genieten van een prachtige zonsondergang en -opkomst. Onderweg stoten we per toeval op Mount Rushmore: in een berg gebeeldhouwde hoofden van vroegere Amerikaanse presidenten (George Washington, Thomas Jefferson, Abraham Lincoln en Theodore Roosevelt) die een belangrijke rol hebben gespeeld in de geschiedenis van de Verenigde Staten.

undefined

undefined

Het beeldhouwwerk is indrukwekkend, de Amerikaanse burgers ter plaatse zijn erg fier maar al bij al heeft een bijsmaak. Het grootste deel van dit land werd bewoond door “Native Americans” (die we vroeger Indianen noemden) die uiteindelijk van hun geboortegronden verdreven zijn.

undefined

Na Badlands rijden we naar up-state New York. Het is alweer weekend en er is geen kampeerplaats of hotelbed te vinden. Alles is volzet – de New Yorkers verlaten de stad in het weekeinde. De ranger van de laatst bezochte camping geeft ons het adres van de Walmart parking! We brengen onze minst romantische nacht door tussen verschillende grote trucks en aan lager wal geraakte, semi-permanente bewoners. De openingsuren van het grootwarenhuis zijn hier van 6 ‘s morgens tot 11h ‘s avonds wat ons de mogelijkheid geeft ons een beetje te warmen én fatsoenlijk sanitair te gebruiken. Gelukkig is het maar voor één nacht – aan lager wal raken is in dit land geen pretje.

We vinden wél een degelijk hotel dichtbij New York (in The Bronx) en genieten enkele dagen van Manhattan, waar we dagelijks met de metro naar toe gaan. We kuieren van de ene naar de andere plaats. We zijn al verschillende malen in New York geweest en moeten niet alle hoogtepunten nóg eens zien. De enige ‘must’ is de 9/11 gedenkplaats. Adriaan is niet onder de indruk – hij had er meer van verwacht.

undefined

undefined

undefined

undefined

De meest logische route naar het zuiden is via Washington. We hebben het geluk dat we vlak bij het Capitool een parkeerplaats vinden en al wandelend langs het grote grasveld naar het gebouw kunnen. Voor het Capitool houden al jaren Trump voor- en tegenstanders de wacht. Adriaan voelt zich genoodzaakt met hen in discussie te gaan. Mij levert het grappige foto’s op. We gaan ze niet in één korte discussie van gedachten doen veranderen. De polarisatie in dit land is dagelijks te voelen. Trump is nog overal aanwezig.

undefined

undefined

undefined

undefined

We stoppen ook nog even op het ‘Nationaal Kerkhof’ Arlington, waar veel belangrijke militairen en andere veteranen die dat willen, begraven worden.

undefined

undefined

We rijden van park naar park. Het wordt een roadtrip door de Verenigde staten waarvan het tempo hoger ligt dan we zouden willen want de winter zit ons op de hielen. Er is een koudegolf die vanuit het noorden over heel de Verenigde Staten waait. Er zijn nachten om en bij het vriespunt en dan is slapen in onze daktent geen probleem maar de ochtenden zijn niet comfortabel meer. We spreken voor het eerst over ‘reis moeheid’.

Elke staat heeft zijn eigen specificiteit. We ontmoeten alle soorten mensen en dat is leerzaam en prettig. Nog zuidelijker rijden we door twee prachtige parken: Shenandoah, die overgaat in de Blue Ridge Parkway. Het is erg druk omdat de herfst is ingevallen. De natuur is een kleurig plaatje. Ik vreesde de kleuren van de Ardense herfst te missen, maar dit maakt het goed. We hebben wel omwille van de koude besloten de Great Smokey Mountains over te slaan.

undefined

undefined

Uiteindelijk zijn we zo zuidelijk dat we in de staat Mississippi zijn beland. Het ziet er hier netjes uit met de statige huizen en hun katoenplantages. De informatie panelen langs de (Natchez Trace) Parkway doen je met een beetje fantasie inbeelden hoe het er hier vroeger aan toe ging. Om het nog spannender te maken kijken we ‘s avonds in de auto naar (waargebeurde) films die zich hier afspeelden. (Missisippi Burning, Green Book, The Color Purple en anderen). De Parkway is erg goed onderhouden.

undefined

undefined

We nemen even een zijsprong voor een maaltijd in een morsige, lokale tent. Wij (en de witte Amerikanen in het tentje) eten voedsel dat door uitsluitend gekleurd keukenpersoneel is bereid. Het witte personeel dat ons bedient, heeft lang geleden gepoetst – het is er smoezelig. De mensen hebben er wel een erg leuk zuiders accent. We horen woorden als “Yessir”, “Hon”, “Much obliged”.

We worden voor het eerst in de Verenigde Staten tweemaal op één dag staande gehouden door de politie. Het gebeurt zoals wij zien in films. Een politiewagen rijdt traag achter ons. Adriaan zegt: “Die gaan ons aanhouden”. De vele gekleurde lichten op de politiewagen gaan aan en we moeten aan de kant. Beide keren was ons Belgisch kenteken de aanleiding voor de nieuwsgierige agenten: zoiets hebben ze nog nooit eerder gezien. “Is this even legal?”, waarna we uitleggen dat we hier zijn op basis van een VN verdrag uit 1949, dat regelt dat zij hún auto ook in Europa mogen rijden. Ze bekijken ons Belgisch inschrijvingsbewijs alsof het buitenaards is.

Wij gaan de USA verlaten voor 6 december, maar we hebben nog geen oplossing voor The Beast...

Bekijk meer foto's en de afgelegde route.

Vorige Bericht Volgende Bericht