Guinee en Ivoorkust

Na de drukte van Conakry rijden we naar een rustige camping aan de noordelijke kust, gerund door de Française Joëlle. Een perfecte plek om even op adem te komen. Vanuit hier kunnen we wandelend over het strand Hotel "Bel Air" bezoeken — een plek waar ik 19 jaar geleden voor het eerst was in het kader van een ervaringsreis door "Wereldsolidariteit" (een Belgische NGO voor werkomstandigheden).

Hangmat op het strand

Tijdens die reis noemde een van mijn medereizigers het hotel een "decadente plek". Destijds was het nog in bedrijf, maar slechts enkele jaren later ging het bergafwaarts. Bij de laatste renovatie ging de aannemer failliet, zo vertelde de receptionist ons vandaag, en na de staatsgreep werd het overgenomen door de staat. Nu is het zwembad leeg en hangt er een sfeer van vergane glorie — een stille herinnering aan wat ooit een ambitieus project was.

Vergane glorie van Bel Air

Onderweg naar de kust rijden we langs mijnen en afgegraven bergen, met borden in Frans en Chinees die aangeven dat hier grondstoffen worden gewonnen. Verderop zien we hoe wegen en transportbanen worden aangelegd door dezelfde bedrijven. De Chinese ex-pat opzichters zijn makkelijk te herkennen door hun strooien hoeden.

Borden met uitleg over wat de Chinezen afvoeren Lopende band met erts

Op de terugweg nemen we een route het binnenland in, naar de dam en waterkrachtcentrale in de Souapiti rivier — alweer een Chinees project, in gebruik genomen in 2020. Het stuwmeer staat nog vol met verdronken bomen.

Stuwdam Verdronken bomen

Bij de bouw werden ongeveer 16.000 mensen uit 101 dorpjes hogerop gehuisvest. Langs de weg zien we overal nieuw opgetrokken wijken, het soort dat men in Europa "sociale woningbouw" zou noemen. Een landschap in transitie, waar grootschalige ontwikkelingen hun sporen nalaten op zowel de natuur als de mensen die er wonen.

Verdrongen bewoners Vervangende woningen

Nog meer dan in Zuid-Amerika zijn we hier aangewezen op slaapplaatsen in het wild. Soms vinden we ze via iOverlander, maar vaak volgen we gewoon een weg naar een minder bewoond gebied en zien we wel waar we uitkomen.

Meer Chinese infrastructuur Moderne Chinese rieten hoed

Zo 'vieren' we op 14 februari onze eerste huwelijksverjaardag in gezelschap van een groepje nieuwsgierige jongeren. De eerste groep arriveert met hun buit van de dag: een serieuze slang en een grondeekhoorn, geschoten met een katapult. Voor deze tieners is jagen geen sport, maar een manier om extra eten te vinden.

Bushmeat

Niet veel later maakt hun groepje plaats voor een tweede, dat liever bij ons blijft hangen en gezellig met ons mee-eet. (We delen altijd onze maaltijden met bezoekende kinderen – vandaag onze variant van Senegalese Yassa met rijst.) Tegen zonsondergang stuur ik hen vriendelijk naar huis, maar bij het eerste ochtendlicht zijn ze alweer terug (voor stokbrood met ... Nutella!).

Ontbijt met Nutella

We beginnen aan onze oversteek door de binnenlanden van Guinee (we rijden op deze manier om Sierra Leone en Liberia heen). Na de stad Kankan houdt het asfalt op, vanaf hier moeten we het stellen met 200 kilometer kapotte aarden weg.

Aarden weg

Adriaan begint zich steeds meer te specialiseren in pechverhelping. Zo passeren en helpen we een groepje mannen met een gestrande motor (kabel op bougie beter vastgemaakt) en even later een Ford Fiesta zonder brandstof.

Op de achterbank ligt een letterlijk doodzieke vrouw. Ik haal een paracetamol en een zakje water tevoorschijn en geef ze aan de bestuurder, met de instructie ze aan de zieke te geven. Dankbaar neemt hij de tablet aan — en wil hem prompt zelf in zijn mond steken.

Adriaan schenkt hen wat brandstof. Ondertussen wordt een andere motorrijder en zelfs een vrachtwagen tegengehouden: de Ford moet aangeduwd worden, want de startmotor werkt (al jaren) niet meer.

De weg tussen Kankan en Kissidougou

De weg blijft extreem moeilijk, en we zijn blij wanneer we eindelijk een rustige plek vinden om de nacht door te brengen. Naar ons idee zitten we goed verstopt. Het is warm, de insecten zoemen om ons heen, maar we genieten van de stilte — voor zover die echt bestaat.

Banko - traditioneel dorp

Midden in de nacht, net nadat we even uit de tent zijn gegaan, horen we plotseling beweging in de omgeving. Voor we goed en wel beseffen wat er gebeurt, roept iemand luid: "Qui êtes-vous? Descendez!" Geen kalme vraag, maar een bevel.

Als we onder de tent uitstappen, realiseren we ons dat we omsingeld zijn. Acht soldaten met Kalashnikovs staan in het schijnsel van onze lampen, vergezeld door twee mannen in burger. De spanning is direct voelbaar, vooral omdat ze niet gewoon praten, maar ons met harde stemmen ondervragen. We blijven kalm, laten onze paspoorten zien en proberen uit te leggen dat de wegen zo slecht waren dat we een plek moesten zoeken om te overnachten. Ze lijken niet overtuigd.

Eén van de soldaten belt de kolonel, overlegt even, en duwt me zijn telefoon in de hand. Aan de andere kant van de lijn klinkt een slaperige stem. Ik leg de situatie nogmaals uit. Er volgt een korte stilte, waarna hij iets mompelt. Dat lijkt voldoende, want even later druipen de soldaten zonder verdere uitleg af, en keert de relatieve rust terug.

Oumar - chef de village

Oumar, de "chef de village" (één van de mannen in burger) dacht dat we bandieten waren en heeft een ploeg soldaten van Kankan (2 uren in het donker rijden over deze slechte weg) laten komen. Hij komt zich 's morgens excuseren voor het nachtelijk ongemak en nodigt ons uit in zijn nederzetting verderop. Het geeft Adriaan in elk geval de kans om mooie foto’s te nemen. En iets te leren over de levenswijze in dit afgelegen dorp.

Dorpelingen Banko Woonkamer van de chef de village

Het kost ons nog enkele dagen om de zuidelijke stad N'Zérékoré te bereiken. We rijden en ploeteren door prachtig stukken natuur: ongerept regenwoud met in de laaggelegen stukken rijstvelden of andere kleine moestuinen, dan weer kalende bergen. Helaas ook velden met palmen (voor olie uit de dadels). Maar de woudreuzen zijn meestal blijven staan - beter dan langs de Amazone.

Onderweg krijgen we een aanbod voor een olifantentour. Voor een forse som zouden we twee olifanten (voorzien van een GPS tracker) kunnen zien. We twijfelen en laten het uiteindelijk aan ons voorbijgaan: we hebben al kuddes wilde olifanten gezien en er zullen er nog komen.

We bezoeken wel een katholieke missie. Vier in Benin opgeleide nonnen leiden er een team van 20 werknemers. Ze zijn vijf jaar geleden begonnen met een kaal terrein – nu staan er huizen, gastenverblijven, volières met pluimvee, een varkensstal en een enorme tuin met allerlei groenten. Er is electricteit uit batterijen op zonne energie, de dierlijke mest vormt biogas om op te koken, de eigen compost dient om de bodem te verrijken. Volledig zelf voorzienend en in balans met de natuur. We kopen er een lekkere krop sla, die ter plekke geoogst wordt.

Ursuline nonnen kringloop Ursuline nonnen nederzetting

In Bossou, in het zuiden van Guinee, kunnen we niet weerstaan aan een tocht door een stuk beschermd regenwoud (op zoek naar chimpansees). Mens en chimpansee leefden hier ooit in harmonie samen. Tot vorig jaar, toen een chimpansee een acht maanden oude baby meenam. Het kind werd later verminkt teruggevonden. Uit woede en verdriet staken de dorpsbewoners het onderzoekscentrum – van waaruit de tours vertrekken – in brand. Samen met enkele Fransen wagen we ons aan de tocht. Het regenwoud is overweldigend, maar de chimpansees zijn ons te snel af...

Junglewandeling Junglewandeling

Het Franse gezin wil ook wildkamperen en we kiezen een iOverlander plek. Stephanie beschikt over informatie dat een kleine weg langs/door het Nimba reservaat bruikbaar zou zijn. We beginnen eraan terwijl zij water tanken. Als de erg ruwe motorpaadjes óók nog eens niet meer op de GPS kaart staan, stoppen we. De veel grotere auto van de Fransen heeft dan al voor de bredere weg gekozen. Wij zijn echter 'gestrand' middenin het reservaat (maar deze keer heeft écht niemand ons gezien en kan het leger doorslapen). We koken een maaltijd en genieten van de rust.

Smal pad waar The Beast nog wel doorheen past

Niet veel later steken we de grens over naar Ivoorkust. Voor de derde keer in mijn leven (2006 Wereldsolidariteit, 2012 rondreis met zoon Andries) verlaat ik Guinee, maar deze keer met een ontgoocheld gevoel.

Ik zag schrijnende armoede in een land vol agrarische mogelijkheden, maar en zo weinig strijdlust. Wat me het meest bijblijft, is de afwachtende, vragende houding van de mensen. Zou het echt zo zijn, zoals Doris (in Conakry) of Joëlle (strandcampingbazin) zeiden? Dat Guinee niet vooruit, maar achteruit is gegaan? Maar waarom lukt het 4 nonnen wel iets moois op te bouwen? Leiden corruptie, staatsgrepen en (Islamitische) religie tot apathie?

We merken meteen dat het economisch beter gaat in Ivoorkust. De wegen zijn goed onderhouden, de auto’s zien er minder aftands uit en er zijn supermarkten waar we meteen in onze eerste stad (genaamd Man) inkopen doen. Man ligt in een vallei, omringd door bergen en heuvels. Een bergtocht zit er echter niet in — de hitte is te drukkend en benauwend.

Adriaan wil graag door naar Abidjan om onze visa voor Ghana en Togo in orde te maken, even tot rust te komen, onze érg vuile kleding te wassen en het vervolg van onze reis te plannen. (Daarover meer in een volgende update.)

We rijden via de hoofdstad Yamoussoukro naar Abidjan. In Yamoussoukro bezoeken we de indrukwekkende basiliek. Vier jaar lang is er aan gewerkt. Volgens onze gids is het officieel de grootste basiliek ter wereld, maar in de Sint-Pieter in het Vaticaan passen meer mensen. Het is hoe dan ook immens. Bijna alle bouwmaterialen zijn uit Europa geïmporteerd... en de zitplaatsen hebben individuele roosters voor koele lucht.

De grootste basiliek van de wereld

In Abidjan vinden we een appartement dat aan onze eisen (bed, douche, toilet enne... glasvezel internet en koeling) voldoet en beginnen we aan de visumaanvragen. Alleen al het e-visum voor Ghana kost ons uren, en dan moeten alle documenten ook nog eens netjes worden afgedrukt. Algemeen is er ergernis over hoe moeilijk het is om een 'Schengen' visum te krijgen, en wij ontvangen een gelijke behandeling, maar nu voor elk Afrikaans land opnieuw.

Nu rest ons niets anders dan wachten tot 5 maart op ons visum. Gelukkig hebben we hier de tijd om wat rond te kijken, een blog aflevering te schrijven, rekeningen te betalen en nog een aantal taken af te handelen.

Bekijk meer foto's en de afgelegde route.

PS Intussen, in Senegal, werkt 'onze' electricteitsaansluiting in de school nu echt.

Vorige Bericht Volgende Bericht